Sabtu, 30 Januari 2010

Croatian Newspaper calles adoptions from Haiti also Babylift

30.01.2010. | 09:27

kuba, vijetnam, gvatemala, haiti... nakon ratnih razaranja i prirodnih katastrofa, sa spasiocima stižu i trgovci djecom

BABYLIFT Zaustavite izvoz djece s Haitija

Tek nakon izvlačenja iz ruševina i identifikacije prvih nizozemskih žrtava na Haitiju, široj je javnosti postalo poznato ono što su do tada samo upućeniji znali: poslije Kine, Haiti je zemlja iz koje u Nizozemsku dođe najviše posvojene djece godišnje. Prvi stradali nizozemski par pronađen je sa svojom tek posvojenom bebom. Nakon višegodišnje procedure, ispunjavanja svih administrativnih obveza i davanja, pošli su po svojeg posvojenika. Smrtonosni potres zatekao ih je sve troje u hotelu nekoliko sati prije nego što su trebali poletjeti za Nizozemsku.

Nakon nekoliko dana nizozemski ministar pravosuđa Ernst Hirsch-Ballin omogućio je da sva djeca s Haitija koja su zadovoljila formalnosti za posvajanje na Haitiju mogu bez “odrađivanja” nizozemskih formalnosti doći u svoju novu domovinu. U Nizozemsku je krenulo stotinjak djece, svijet su obišle dirljive slike vojnika, humanitaraca i volontera koji u zrakoplov unose zbunjene mališane, a ministrova gesta izazvala je opće simpatije i odobravanje. U euforiji tog odobravanja, gotovo svetogrdno zazvučale su riječi nizozemske fundacije United Adoptees International koja se javila sa zahtjevom da se prekine taj babylift.> read more <


Korejka Ji Hyun: Moji su se roditelji odrekli tri kćeri kad su dobili sina

Četverogodišnja Ji Hyun je 1974. godine, zajedno sa svojom dvije godine mlađom sestrom, došla u Nizozemsku. Uoči Sv. Nikole 5. prosinca, na “glavni” nizozemski datum za primanje darova. U Koreji ni njoj ni sestri ništa nisu rekli. Nisu znale ni zašto idu ni gdje su stigle.

− Nakon nekoliko dana spakirala sam svoj kovčežić i htjela otići svojoj majci. Ne znam više kako su mi objasnili da je to nemoguće, ali tek tada sam shvatila koliko je strašno to što mi se događa. Drugih se detalja puno i ne sjećam... Kao da sam htjela to sve nekako potisnuti. Odmah nakon dolaska promijenjeno joj je i ime. Ji Hyun je postala Joan, a dobila je i prezime svojih novih roditelja: Hansink.

− Bili su to dragi ljudi, ali moja je nova majka od prvog dana osjećala da je ne prihvaćam. Mislili su da će stvari, ako mi pruže dovoljno pažnje i ljubavi, doći na svoje mjesto. Nije im padalo na pamet da i tako malo dijete ima svoju “povijest”, svoju obitelju, kulturološki background. Integracija je dobra stvar, ali ja sam u osnovi ostala Korejka. U kući se o posvajanju nikad nije govorilo, i unatoč tome što se trudila da bude “nizozemskija” od Nizozemaca, to joj nije polazilo za rukom.

− Namjerno sam i pretjerano govorila lokalnim dijalektom i čeznula da budem plavuša s velikim sisama. Sama sam sebi bila ružna. Crna kosa, žuta koža... pa te oči... Kada sada gledam slike sebe kao djevojke, vidim da uopće nisam bila loša. Za Korejku. Ali htjela sam biti kao Nizozemke. Po ovdašnjim mjerilima, prilično sam uspjela. Radim kao novinarka u novinama i na televiziji, imam dvoje krasne djece, živimo u vlastitoj kući, ali u meni je velika praznina i nemir.

Činjenica da su me se roditelji odrekli stalno budi neka pitanja. Većina posvojenika se pita − ako su me se roditelji odrekli, zbog čega sam se onda i rodio? U dobi od oko 25 godina, Joan je stupila u kontakt sa svojim biološkim roditeljima. Zajedno sa sestrom napisala im je pismo i u najkraćem mogućem roku došli su ih posjetiti u Nizozemsku.

− Čim su me ugledali na aerodromu, počeli su plakati. Onda sam i ja plakala. Bilo je tako čudno. Plakala sam jer su oni plakali. Išla sam uz njih i gledala svoju majku. Sjećam se da sam mislila: “Ja dolazim iz tvoje utrobe.” Prvi put sam osjetila taj osjećaj. A opet, ti su mi ljudi bili potpuni stranci. Kao da sam ušla u neki kafić, vidjela bilo kojeg muškarca i ženu i onda mi je netko rekao: “Eto, to su tvoji roditelji.”

Tijekom jednog tjedna zajedničkog boravka, Joan, sestra i roditelji vrijeme su provodili uglavnom obilazeći nizozemske turističke atrakcije, a tek nakon četiri godina, kad su Joan i sestra otišle u Koreju, doznala je nešto više o svojoj obitelji. − Moja je majka rađala kćeri, a htjeli su sina. Tek je osmo dijete bilo muško.

Nisu imali novca da bi nas sve školovali i odlučeno je da tri najmlađe kćeri idu na posvajanje. Nas dvije došle smo u Nizozemsku, a jedna sestra otišla je u neku skandinavsku zemlju i moji više nikad ništa nisu čuli o njoj. Brat, onaj kojega se toliko čekalo, 2003. godine izvršio je samoubojstvo.

Monday 01 July 2008 Time 10.00 (+1 GMT)
_______________________________________

Belgisch Adoptiebureau Horizon Stopt ermee

Het adoptiebureau Horizon zit financieel in moeilijke papieren en kan de activiteiten niet langer voortzetten. Dat meldt Kind en Gezin.

Lopende dossiers voor adoptie uit China, Rusland en Nepal zullen zo veel mogelijk overgenomen worden, zo wordt benadrukt.Financiële problemenDe financiële problemen bij Horizon, één van de vijf erkende bemiddelingsbureaus voor interlandelijke adoptie in Vlaanderen, zijn een samenloop van factoren, zo luidt het.

"De drastische terugloop van adopties uit China, de onverwacht lange en dure accreditatieprocedure voor Rusland en de politieke instabiliteit van Nepal, hebben ertoe geleid dat er veel geïnvesteerd is in de uitbouw van de adoptiedienst terwijl er de voorbije maanden weinig bemiddelingscontracten konden worden afgesloten en de inkomsten laag waren."

Wachtlijsten

De Vlaamse Centrale Autoriteit inzake Adoptie (VCA) doet al het mogelijke om de adoptieprocedures voor de volledige wachtlijsten van Rusland, China en Nepal verder te laten lopen. Ze zal een beroep doen op buitenlandse adoptiediensten om de samenwerking met deze herkomstlanden en de lopende dossiers over te nemen.

Adoptieouders met vragen kunnen terecht bij de VCA op 02/533.14.76 en 02/533.14.77 of via mail (adoptie@kindengezin.be). (belga/tdb)

30/06/08 06u44

Lees ook: Vanackere: "Dossiers adoptiebureau Horizon afwerken"

Arierang Publiceert Beleidsmemo 2008 - 2009

Het eerdere gepubliceerde beleidsplan van Arierang op deze site was een concept. Dit meldde een woordvoerder van Arierang deze ochtend. Hun verzoek om het plan eraf te halen is daarom gehonoreerd en heeft de UAI doen besluiten het niet langer voor het publieklijke domein beschikbaar te stellen. Het uiteindelijke plan zal door het bestuur van Arierang zelf worden vrijgegeven.

Ministerie van Justitie ontkent structurele problemen met adopties uit Haïti

In een reactie aan de tweede kamer heeft de Minister van Justitie laten weten dat zijn inziens de Vergunninghouder en Adopties uit Haïti niets valt te verwijten en zorgen hoeft te maken.

Opnieuw laat het betrokken ministerie zien dat adoptiemisstanden ongestraft kunnen voortduren en directe onderzoeken niet van toepassing zijn. Telkens wordt verwezen naar een herziening op het adoptiebeleid door middel van "Kwaliteitskader Vergunninghouders" maar geeft niet aan hoe problemen rondom Interlandelijke Adopties opgepakt dient te worden.

Het lijkt erop dat alle ketenpartners de gelederen sluiten - waarvan het Ministerie een Schakel is - waardoor een accuraat ingrijpen telkens achterwege blijft. Wat in ieder geval als een feit valt te constateren is dat geadopteerden telkens de rekening hiervan betalen zonder enige bijstand en hulp. Het zo vaak gedragen motto dat adoptie in het belang van kinderen dient te gebeuren is opnieuw hiermee ter disscussie gesteld.

Niet het kind in nood staat bij de commissie-Kalsbeek centraal, maar de kinderwens van adoptieouders

Emeritus-hoogleraar adoptie van Universiteit Utrecht, dr. René Hoksbergen laat zich kritisch uit over het bij de UAI bekend staand omstreden rapport van Commissie Kalsbeek.

De heer Hoksbergen is niet verrast over de omvang van het rapport en laat hier en daar doorschemeren dat de commissie op verschillende punten wel positieve adviezen aangeeft ten opzichte van enkele vraagstukken voor geadopteerden.

Echter het artikel in Trouw vanochtend straalt een inhoud van kritiek uit. Aangehaald wordt het hoofdstuk over de zogeheten ‘facilitation payments’ om buitenlandse ambtenaren sneller te laten lopen om één en ander gedaan te krijgen. Het hoofdstuk waaruit blijkt dat overheden akkoord gaan met steekpenningen en omkoping van ambtenaren en derden.

Tevens laat Hoksbergen een zorgelijk geluid horen over de adoptienazorg die wel genoemd wordt in het rapport maar verder niet wordt voorzien van handen en voeten. Iets waarvan de UAI al jaren aangeeft dat door gebrek aan samenwerking en gedrag dat lijkt op onderlinge concurentie de werkelijke implementatie van een landelijk beleid tegenhoudt. Met name door partijen die gefaciliteerd en betaald worden door de betrokken ministeries zelf.

Opnieuw blijkt weer eens dat na de Wobka en de HAV, een nieuw Nederlands rapport, geïnitieerd door de overheid, opnieuw uitblinkt, in het beslissen over de betrokken partijen – ouders en geadopteerden – inplaats van hen te betrekken bij de beleidsontwikkeling en uitvoering over iets wat hen als eerste aangaat. Iets wat over de hele wereld valt waar te nemen en daarmee gerust een internationaal fenomeen genoemd mag worden.

Opnieuw blijken de kinderen en de onbeschermde ouders de speelbal te zijn van aspirant adoptieouders en hun overheden.

Rabu, 27 Januari 2010

Geadopteerden mengen zich in adoptiedebat - Volkskrant 23.01.2010


Illegale adopties uit Haïti onder het mom van noodhulp

Hoewel de minister van Justitie op 14 januari jl. nog aan de Tweede Kamer mededeelde dat interlandelijke adoptie niet dient plaats te vinden bij grote risico’s, liet hij de dag erna al blijken dat dit slechts loze woorden waren gelet op zijn besluit om een groep van 56 Haïtiaanse kinderen versneld naar Nederland te laten komen voor adoptie. Die groep werd in de dagen erna uitgebreid met nog 44 en 9 kinderen.

Waar ten aanzien van de eerste 56 kinderen de Haïtiaanse rechter de adoptie al heeft uitgesproken, geldt dat niet voor de andere kinderen. In feite heeft de minister van Justitie dus besloten om bij de adopties van deze kinderen de regels te omzeilen. Nu mag in tijden van nood als het gaat om het verlenen van noodhulp de bureaucratie geen hoogtij vieren, maar als adoptie onder het verlenen van noodhulp valt zal de definitie ervan in de Dikke van Dale moeten worden aangepast. En hoewel de humanitaire noodsituatie in Haïti als reden voor het besluit wordt opgevoerd, lijkt deze veeleer het excuus te zijn om lopende adoptieprocedures illegaal - want niet conform de juridische eisen - te kunnen afronden met alle gevolgen van dien.

Het meest schrijnende gevolg daarvan geldt toch wel de groep van 9 kinderen voor wie nog niet eens adoptieouders gevonden zijn en die nu na aankomst in Nederland in de pleegzorg terecht zullen komen. Wie zich enigszins op de hoogte heeft gesteld van de sinds de jaren '70 opgedane ervaringen met interlandelijke adoptie weet dat het plaatsen van een adoptiekind in een omgeving die op korte termijn weer verruild moet worden voor een nieuwe, zonder meer een averechtse uitwerking zal hebben op het gevoel van veiligheid van dat kind en diens proces van hechting.

Wie kan hier nog beweren dat dit besluit in het belang van het kind is? Nee, het gaat hier om het geruststellen van adoptieouders en illegale adopties onder het mom van noodhulp.

Ime Vreken

Jurist en geadopteerd uit Zuid-Korea
Den Haag

Selasa, 26 Januari 2010

Is Haiti finished as an adoption country?

Haitian children are flown to the Netherlands for adoption - ANP/ED OUDENAARDEN
RNW English section's picture

Is Haiti finished as an adoption country?

Published on : 26 January 2010 - 4:38pm | By RNW English section


The telephones at Dutch adoption agencies have been ringing off the hook over the past two weeks. The disaster in Haiti in combination with images of Dutch adoptive parents clutching a Haitian child deeply touched many people. However, all adoptions from Haiti have been halted as of Sunday.

Nobody knows how many Haitian children are missing, or how many have been orphaned. The current chaos and confusion brings an unacceptable risk of child trafficking. The United Nations children’s organisation UNICEF has therefore decided that unaccompanied children will be taken to special shelters where they can be kept under supervision.

Haitian contacts

The decision to halt all adoptions is a drastic break with Haiti’s status as an adoption country. The tiny state is second only to China in terms of the number of adoption children it provides to the Netherlands. No less than 1,000 Haitian children have been adopted by Dutch people since 1983. So why is Haiti so popular?
Yvonne Geelen of the Adoption Services Foundation:
"A relatively large number of adoption children come to the Netherlands because the country traditionally hosts many organisations acting as intermediaries. Initial contacts with Haiti established many years ago have continued to grow over the years.”
A contributing factor is that Haiti is one of just a few countries which do not object to one-parent families. Contrary to what one might expect, the earthquake will not spark a wave of additional adoptions, says Yvonne Geelen, even if Sunday’s total ban is revoked.
"I don’t expect additional children will be made available to the Netherlands because Haiti’s infrastructure has totally collapsed, which would make it unwise to put children up for adoption."
Doubly traumatised

"You can trust me, I will always want to help you”.
This in one of the sentences all prospective parents learned by heart before they went to pick up their adoption children from Haiti. The children were able to come to the Netherlands as the result of an accelerated adoption procedure implemented immediately after the earthquake. In many cases, these children were doubly traumatised; the fear generated by the earthquake coming on top of earlier neglect, abandonment and possibly abuse.

Adoption expert René Hoksbergen does not want to stop these children from coming to the Netherlands, but warns of the possible consequences:
"These children belong in Haiti. And they may have relatives. To these children the Netherlands is a very complicated country, much more complicated than Haiti. These children may experience serious problems in the Netherlands, I have seen this in practice, particularly with children from Haiti."
Roelien Ruiter, mother of 18-year-old Alexander who came to the Netherlands a long time ago, says this is nonsense. Extraordinary circumstances, she argues, call for extraordinary measures. She made her statements in a recent edition of the Dutch current affairs programme NOVA.
"At this moment, I say: let’s get as many children out of there as we can. Make sure they end up with screened foster parents or adoptive parents. But after all that’s happened, let’s just get those children out of there."
Better off in their own country

However, UNICEF believes there is a great risk of child theft, child trafficking and corruption in the chaos that has gripped Haiti. The children will remain in their native country, at least until it is clear how many they are, who they are, and whether their parents are really dead.

And nearly all organisations and countries involved in adoption have serious reservations when it comes to international adoption. The Hague Adoption Treaty states that is better to find a solution in the country of the child’s origin.

Most popular countries for adoption by Dutch parents

Top 10


1. China (299)
2. Haiti (91)
3. United States (56)
4. Colombia (51)
5. Ethiopia (50)
6. Taiwan (40)
7. South Africa (36)
8. Poland (28)
9. Nigeria (22)
10.Bolivia (12)

(figures for 2008 released by the Justice Ministry)

+ 1000 Haitian Adoptions between 1983 - 2010 UAI figures

Photo: A Defence Ministry plane carrying Dutch citizens caught up in the earthquake in Haiti landed at the airfield in Eindhoven on Sunday. A total of 12 people were on board: six adults and six Haitian children between three and five, five boys and one girl, who are being adopted. Five of the children were picked up at the airfield by their new Dutch parents. The adults on board are one adoptive mother and five other Dutch citizens, including two aid workers from Wereldkinderen (World Children) and the emergency hotline Mondial Assistance - ANP/ED OUDENAARDEN

Senin, 25 Januari 2010

STATEMENT FROM BASTARD NATION:

STATEMENT FROM BASTARD NATION:

THE ADOPTEE RIGHTS ORGANIZATION

ON HAITIAN ADOPTION AND BABYLIFTING

January 19, 2010

For the last week, Bastard Nation: the Adoptee Rights Organization, like the rest of the world, has been watching the devastation in Haiti. The images are frightening, sad, and heartrending, especially those of the children.

We have also watched the rush to rescue Haitian children by adoption. Within three days of the earthquake, Catholic Charities of Miami had set up a scheme modeled on Operation Pedro Pan, a joint State Department-CIA-Miami Diocese project from the early 1960s to separate children from their parents, creating young pawns in the US war against the Castro government. Although “Operation Pierre Pan” in Haiti is on hold, at least for now, numerous evangelical churches and ministries, adoption agencies, secular organizations, unfinalized adoptive parents and other individuals--many with conflicts of interest--have joined the rescue mission call to remove children immediately, no matter what their family status, to the US for the purpose of adoption.

Haiti is still under rubble. Aid is slow to arrive. Survivors are spread out in shelters and camps, or live in the streets. The dead are unnumbered, unknown, and unnamed. Family members continue to search for each for other, and it will take weeks or even months for final conciliation.

The rush to relocate orphans, quasi-orphans, and potential orphans internationally is ripe for coercion and fraud. Adoption agencies, church agencies, and ministries especially-- along with fraudulent and predatory “child welfare” agents--have much to gain from fast removal. The trafficking of Haitian children for sex, servitude, and adoption operated in Haiti before the quake. It certainly operates now. The unethical and possibly unlawful mass transfer of traumatized children, many with family status unknown, to foreign shelters, foster care, and adoption agencies, removed from their culture and language, with little hope of family reunification cannot be allowed or tolerated. We urge US State Department and other US authorities in Haiti to (1) remove private special interests and those with conflicts of interest, such as adoption agencies and ministries, from the child welfare decision-making process and (2) halt the evacuation of children and their placement for adoption in the US.

We also urge the State Department to suspend pending adoptions. Haitian paperwork is lost or destroyed. Rock Cadet, the judge most responsible and knowledgeable about pipeline cases, died in the quake. Though the US Embassy survived, US paperwork is probably unavailable for some time, if it still exists. Without proof of Haitian court or Embassy status, any adoption removal from the country, without thorough background investigation and due process, is illegal and not in the best interest of the child

Needless to say, no new adoptions should be processed.

In the post-quake chaos, children need protection from predatory snatchers. Bastard Nation, therefore, supports the expedited removal of Haitian children, orphans or otherwise, to credible and documented parents or family members in the US for temporary or permanent placement depending on the circumstances. These children must not be assumed adoptable and scooped up for fast-track adoption. They should be a top priority. We urge the State Department or other government or credible private and disinterested agencies to assist Haitians in the US to locate child kin and bring them to the US.

We understand why people want to open their arms and hearts to the children of the Haitian earthquake, but adoption is not emergency or humanitarian aid or a solution to Haiti’s ongoing problems. The immediate rescue effort in Haiti should focus on emergency services, family care, and family reunification, not family, community, and cultural destruction and the strip-mining of children.

Bastard Nation is dedicated to the recognition of the full human and civil rights of adult adoptees. Toward that end, we advocate the opening to adoptees, upon request at age of majority, of those government documents which pertain to the adoptee's historical, genetic, and legal identity, including the unaltered original birth certificate and adoption decree. Bastard Nation asserts that it is the right of people everywhere to have their official original birth records unaltered and free from falsification, and that the adoptive status of any person should not prohibit him or her from choosing to exercise that right. We have reclaimed the badge of bastardy placed on us by those who would attempt to shame us; we see nothing shameful in having been born out of wedlock or in being adopted. Bastard Nation does not support mandated mutual consent registries or intermediary systems in place of unconditional open records, nor any other system that is less than access on demand to the adult adoptee, without condition, and without qualification

Outlandish Remarks


New Statement by Adoptees of Color on Haiti

Please read this powerful Statement on Haiti released by the Adoptees of Color Roundtable:

We are domestic and international adoptees with many years of research and both personal and professional experience in adoption studies and activism. We are a community of scholars, activists, professors, artists, lawyers, social workers and health care workers who speak with the knowledge that North Americans and Europeans are lining up to adopt the “orphaned children” of the Haitian earthquake, and who feel compelled to voice our opinion about what it means to be “saved” or “rescued” through adoption.

I am proud to be part of this fierce community of adoptee of color activists. We have been silenced and spoken for by adoptive parents, adoption agencies, social scientists, and government officials, and when we do speak we are chastised for being "ungrateful." It is crucial that we speak out now with a collective voice as the clamor to "save the orphaned children of Haiti" rises.

We offer this statement in solidarity with the people of Haiti and with all those who are seeking ways to intentionally support the long-term sustainability and self-determination of the Haitian people. As adoptees of color we bear a unique understanding of the trauma, and the sense of loss and abandonment that are part of the adoptee experience, and we demand that our voices be heard. All adoptions from Haiti must be stopped and all efforts to help children be refocused on giving aid to organizations working toward family reunification and caring for children in their own communities. We urge you to join us in supporting Haitian children’s rights to life, survival, and development within their own families and communities.

Please contact the Adoptees of Color Roundtable by leaving a comment on the statement page if you would like to endorse this statement, and keep checking back as the site will soon be expanded.

Add a comment to this post

Adoptees of Color Roundtable

Statement on Haiti

renardrouge | January 25, 2010 in statements | Comments (0)

This statement reflects the position of an international community of adoptees of color who wish to pose a critical intervention in the discourse and actions affecting the child victims of the recent earthquake in Haiti. We are domestic and international adoptees with many years of research and both personal and professional experience in adoption studies and activism. We are a community of scholars, activists, professors, artists, lawyers, social workers and health care workers who speak with the knowledge that North Americans and Europeans are lining up to adopt the “orphaned children” of the Haitian earthquake, and who feel compelled to voice our opinion about what it means to be “saved” or “rescued” through adoption.

We understand that in a time of crisis there is a tendency to want to act quickly to support those considered the most vulnerable and directly affected, including children. However, we urge caution in determining how best to help. We have arrived at a time when the licenses of adoption agencies in various countries are being reviewed for the widespread practice of misrepresenting the social histories of children. There is evidence of the production of documents stating that a child is “available for adoption” based on a legal “paper” and not literal orphaning as seen in recent cases of intercountry adoption of children from Malawi, Guatemala, South Korea and China. We bear testimony to the ways in which the intercountry adoption industry has profited from and reinforced neo-liberal structural adjustment policies, aid dependency, population control policies, unsustainable development, corruption, and child trafficking.

For more than fifty years “orphaned children” have been shipped from areas of war, natural disasters, and poverty to supposedly better lives in Europe and North America. Our adoptions from Vietnam, South Korea, Guatemala and many other countries are no different from what is happening to the children of Haiti today. Like us, these “disaster orphans” will grow into adulthood and begin to grasp the magnitude of the abuse, fraud, negligence, suffering, and deprivation of human rights involved in their displacements.

We uphold that Haitian children have a right to a family and a history that is their own and that Haitians themselves have a right to determine what happens to their own children. We resist the racist, colonialist mentality that positions the Western nuclear family as superior to other conceptions of family, and we seek to challenge those who abuse the phrase “Every child deserves a family” to rethink how this phrase is used to justify the removal of children from Haiti for the fulfillment of their own needs and desires. Western and Northern desire for ownership of Haitian children directly contributes to the destruction of existing family and community structures in Haiti. This individualistic desire is supported by the historical and global anti-African sentiment which negates the validity of black mothers and fathers and condones the separation of black children from their families, cultures, and countries of origin.

As adoptees of color many of us have inherited a history of dubious adoptions. We are dismayed to hear that Haitian adoptions may be “fast-tracked” due to the massive destruction of buildings in Haiti that hold important records and documents. We oppose this plan and argue that the loss of records requires slowing down of the processes of adoption while important information is gathered and re-documented for these children. Removing children from Haiti without proper documentation and without proper reunification efforts is a violation of their basic human rights and leaves any family members who may be searching for them with no recourse. We insist on the absolute necessity of taking the time required to conduct a thorough search, and we support an expanded set of methods for creating these records, including recording oral histories.

We urge the international community to remember that the children in question have suffered the overwhelming trauma of the earthquake and separation from their loved ones. We have learned first-hand that adoption (domestic or intercountry) itself as a process forces children to negate their true feelings of grief, anger, pain or loss, and to assimilate to meet the desires and expectations of strangers. Immediate removal of traumatized children for adoption—including children whose adoptions were finalized prior to the quake— compounds their trauma, and denies their right to mourn and heal with the support of their community.

We affirm the spirit of Cultural Sovereignty, Sovereignty and Self-determination embodied as rights for all peoples to determine their own economic, social and cultural development included in the Convention on the Rights of the Child; the Charter of the United Nations; the UN Declaration on the Rights of Indigenous Peoples; and the International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights. The mobilization of European and North American courts, legislative bodies, and social work practices to implement forced removal through intercountry adoption is a direct challenge to cultural sovereignty. We support the legal and policy application of cultural rights such as rights to language, rights to ways of being/religion, collective existence, and a representation of Haiti’s histories and existence using Haiti’s own terms.

We offer this statement in solidarity with the people of Haiti and with all those who are seeking ways to intentionally support the long-term sustainability and self-determination of the Haitian people. As adoptees of color we bear a unique understanding of the trauma, and the sense of loss and abandonment that are part of the adoptee experience, and we demand that our voices be heard. All adoptions from Haiti must be stopped and all efforts to help children be refocused on giving aid to organizations working toward family reunification and caring for children in their own communities. We urge you to join us in supporting Haitian children’s rights to life, survival, and development within their own families and communities.


Malawi as example for Haiti ?

M A L A W I

Malawi: Madonna, Mercy And Neocolonialism

Madonna's ability to adopt a Malawian child in spite of an original court verdict against her is deeply worrying, writes Ama Biney. Madonna's action belongs in an established neocolonial tradition, Biney argues, one in which Malawi's Supreme Court judges have played a role not dissimilar to that of slavery-era African chiefs as the facilitators of human transfer. Recalling the forewarnings of Kwame Nkrumah around the shadow of neocolonialism, Biney contends that retaining Africans' self-respect will depend on challenging dehumanisation and putting such subjugation to an end.

In 19th century England it was fashionable for the middle-class and aristocratic English gentlemen and ladies to return from the West Indies with a black male or female domestic servant to serve in their lavish homes; such Africans were at times painted with this genteel class sitting by their feet like pet dogs or accessories. It exemplified that they were well-to-do, had travelled and had money. It set a trend among the English elite. Today, the vogue among Western celebrities such as Madonna and Angelina Jolie has reconfigured this practice.

Madonna's recent adoption of Mercy James Chifundo, and the adoption by Angelina Jolie of an Ethiopian child, are not devoid of the usual patronising and unconscious Western stereotypes that have historically characterised how Europeans see Africans and have related to the African continent. In the 21st century new forms of colonial subjugation have engulfed Africa, racism has reshaped itself and Africans have continued to be co-opted as collaborators in their own subjugation, such as when Malawi's Supreme Court lawyers recently permitted the 50-year-old singer to adopt the 4-year-old Mercy along with David Banda, who was adopted in 2006 at the age of 13 months. How many wealthy Africans do we see going to the Romanian orphanages to adopt orphans there? And if they did, would it have the historical baggage that resides in the relationship between Africans and Europeans? Would it be morally or ethically correct if they did so?

A recent documentary entitled 'Madonna and Mercy: What really happened' broadcast in the United Kingdom on 29 June 2009 was presented by the British investigative journalist Jacques Perreti. Its force was that it unearthed two dangerous and important facts: first, the involvement of the Kabbalah sect, related to Judaism, in the social and economic fabric of Malawian society; second, the collusion of the Malawian government in Madonna's charity Raising Malawi that builds orphanages in the country.

By Ama Biney - Continue -

The lessons of Idah's long journey from Malawi to Burlington

With their four-year legal battle to adopt from Malawi, Ontario family paved the way for Madonna to do the same. But their stories have sparked fierce debate, as activists worry these cases are flouting the country's laws

The Globe and Mail by Geoffrey York
Mchinji
, Malawi
From Monday's Globe and Mail,

Before Madonna, before the hype and the fury over her Malawian babies, there were the Clementinos of Burlington, Ont.

The global spotlight never fell on the Clementinos. Nobody heard of their long struggle to adopt a little girl named Idah from Malawi.

But their victory, after a four-year, $35,000 legal battle, was a precedent that paved the way for the U.S. pop superstar to adopt a pair of children from the same African country. Their story raises the same awkward issues – of poverty and culture, of deciding what is best for a child's future, and for the future of a country.

We're doing it for the good of the child. If you can make a difference, why wouldn't you?

Children like Idah – and Madonna's far more famous David and Chifundo – have sparked a fierce debate in Malawi, where activists worry that the phenomenon of foreign adoption is creating a commercial value for their children, and diverting financial resources that would be better spent on health and education.

But for her adoptive parents in Burlington, who have never been to Malawi, the issue is simpler. By removing Idah from the austere existence of an African orphanage, they believe they are giving her the nurturing that she needs to have a chance in life.

“We're not trying to remove Idah from her culture, but to give her an opportunity,” says Jane Clementino, a management consultant and mother of three other children. “We're doing it for the good of the child. If you can make a difference, why wouldn't you?”

Idah, whose birth name is Effina Chulu, is now a lively 11-year-old Grade 5 student and cross-country running champion at a school in Burlington, an outer suburb of Toronto. Last month she became a Canadian citizen, the culmination of a six-year effort by Jane and Carlo Clementino.

Like Madonna, the Clementinos persuaded a court to let them bypass a law that requires them to be a “resident” of Malawi if they want to adopt a Malawian child. As a result, Idah became one of the first children in the country to be adopted by foreigners.

Jane and Carlo Clementino are shown with daughter Idah and sons Lucas, left, Cole and Reid in their Burlington, Ont., home.

Children's rights groups are worried that these cases are making nonsense of their country's laws. In the past few years, they say, hundreds of children have been quietly removed from Malawi in violation of the national law and its clear requirement that only residents of the country can adopt.

But for the parents in Canada, the law is a bureaucratic obstacle that needs to be streamlined so that more children can be adopted by foreign families. With adoption in China becoming more difficult, a growing number of Canadians are turning to Africa.

Idah's journey, like that of Madonna's adopted son, David Banda, began in a village in Malawi, a small landlocked country of 13 million people in southern Africa where most people subsist on less than $2 a day.

Both children were considered orphans, although their fathers were still alive. Both were taken to an orphanage called Home of Hope in the ramshackle border town of Mchinji, near the Zambian border.

Idah was the first child to be taken from Home of Hope and brought to a foreign land. A few years later, in an eruption of global publicity, David was the last.

A brick wall surrounds the orphanage, topped by shards of broken glass to keep intruders out. “The Fear of the Lord is the Beginning of Wisdom,” says a painted slogan on the wall.

Inside the walls are 580 children and the orphanage's founder, Rev. Thomson Chipeta, an 80-year-old Presbyterian minister.

Also inside the orphanage is Idah's father, Patrick, who works here in exchange for the food he needs for his survival. He briefly meets me at a market outside the orphanage, but is reluctant to talk. “If they see me here with you, I'll be in trouble,” he says, before walking away.

There's no evidence that Mr. Chipeta is motivated by commercial factors. A former orphan himself, he seems sincere in his love of the children. Yet money, and a craving for foreign donations, is a recurring theme in almost everything he says to a foreign visitor.

Mr. Chipeta takes me on a tour of the orphanage, ending in a small brick building that bears the painted name “The Fax House to God.” Inside are the remains of a house built by South African missionaries in 1925.

“This is just a simple place where I have a direct line to God,” the minister says. “He provides all our needs.” Then he bows his head in prayer, asking for divine help so that I will publicize his orphanage “to tell many people that we need help.”

He has already given me a brochure with details of how donors can send a bank transfer to the orphanage. Madonna's charity, Raising Malawi, is providing about $300,000 annually to the orphanage, but he says it needs a further $500,000 every year.

Before Madonna came along, Canadians were the main supporters of Home of Hope. The biggest benefactor was a woman named Jane Glaves who raised tens of thousands of dollars for the orphanage from her church and Rotary Club in Brantford, Ont.

The minister calls her “Auntie Jane” and “a great gift from God.” He estimates that she raised $75,000 a year for the orphanage. Its nursery and primary school are named after her.

While he is keen to seek foreign money for the orphanage, Mr. Chipeta is less keen to discuss Madonna's role at his orphanage. “People will think we don't need help,” he says.

Pressed for his opinion on foreign adoption, he calls it a “very difficult question” that only the government can decide. Then he reaches for his Bible for an ancient precedent. “Is it good for a child to be adopted? It goes back to Moses.… The Bible confirms that Moses had a better education because of the family he was brought up in.”

Effina Chulu, one of the first infants brought to the orphanage, was renamed Idah in honour of a daughter of Mr. Chipeta who had died. Bright and friendly, she became a favourite of Ms. Glaves, the Canadian woman who visited the orphanage twice a year.

In 2003, Ms. Glaves decided to take two malnourished boys from Malawi to Canada for medical treatment. Five-year-old Idah was perfectly healthy, but she was brought to Canada as a “companion” for the boys, and was soon in the foster care of the Clementinos. All three of the children were eventually adopted in Canada, and several of the lawyers and officials who helped arrange those adoptions were later instrumental in helping Madonna with her adoptions in Malawi.

Ms. Glaves wrote later that the journey to Canada by the three Malawian children was “God's will” and a way to “teach the world what love is about.”

But activists in Malawi reject the idea that “God's will” is a sufficient reason to send a healthy child to a faraway country.

The huge sums donated by foreigners, especially after a successful adoption, are an incentive for unscrupulous people to set up orphanages for money-making reasons, they say. And the tens of thousands of dollars spent on a single adoption would be much better spent on supporting Malawi's schools and hospitals so that many more children could live healthy lives, the activists say.

Foreign adoption, they say, must only be a “last resort” when there is nobody in Malawi who can take care of an orphan. “The orphanages and the authorities haven't exhausted all the options in looking for places for the children,” says Maxwell Matewere, executive director of Eye of the Child, a Malawian children's-rights group.

“Many orphanages are acting as recruitment agencies,” he says. “They keep on recruiting children to justify their orphanage and to keep raising money. Once you start commercializing the process, the children lose out.”

He estimates that more than 300 children from Malawi have been adopted by foreigners in the past nine years without following the legal rules. Often their families are misled into thinking that the children are going abroad for schooling or medical care and will return home later, he says.

In the case of Madonna's adoptions, the children were given to her essentially as “a token of thanks” for her charitable work in the country, Mr. Matewere says.

In April, a high court in Malawi rejected Madonna's bid to adopt Chifundo, since the singer was not a resident of the country. Ignoring the residency rule “could actually facilitate trafficking of children by some unscrupulous individuals who would take advantage of the weakness of the law of the land,” Judge Esme Chombo ruled.

“Consider the consequences of opening the doors wide. Anyone could come to Malawi and quickly arrange for an adoption that might have grave consequences on the very children that the law seeks to protect.”

The ruling was overturned last week by Malawi's Supreme Court of Appeal, which criticized Judge Chombo for focusing on “some imaginary unscrupulous individuals.” The court said Madonna could be considered a “resident” of Malawi – even though she doesn't actually live in the country – because she has “a targeted long-term presence” with her charitable efforts and her “long-term ideas” of investing in projects to help its children.

Activists worry that this ruling will make it easier for wealthy foreigners to adopt Malawian children in exchange for charitable donations to the country. The definition of “resident” has been bent completely out of shape, they say.

Mavuto Bamusi, national co-ordinator of a Malawian rights group called the Human Rights Consultative Committee, rejects the idea that foreign adoption can be justified as a response to poverty. “If a child is adopted to take her out of poverty, it's like saying that the 13 million people of Malawi should be taken out of poverty – let us vacate the country,” he says.

“Instead of putting one child in a school in London, couldn't the same resources be spread across 15 children in Malawi? The real causes of poverty are not being addressed. Is adoption a sustainable way of protecting children? No.”

Another group, Save the Children UK, argues that foreign adoption can actually worsen the problems that it hopes to solve. “The very existence of orphanages encourages poor parents to abandon children in the hope that they will have a better life,” a spokeswoman said.

Back in Burlington, Jane Clementino sees it differently. She is convinced that Idah would have faced a “dismal” future if she had remained in the orphanage.

Ms. Clementino acknowledges that Idah has extended family in Malawi, including aunts, uncles and adult sisters. “Their intentions are pure, they would love to take care of their own, but they don't have the means,” she says.

“These children are in an orphanage because no one else could take care of them. My understanding is that there's not that many people in Malawi with wealth who are looking to adopt.”

The process of adopting Idah was “long and arduous,” she says. “The path isn't established – there isn't any easy way to do this. The adoption laws and the paperwork aren't easy to understand.”

In fact, if the Clementinos had never met Idah, they might have abandoned the idea of adopting a child from Malawi, she says. “But once you make eye contact, you become invested. It's a different journey.”


MALAWI - Absent dad's Mercy dash

MADONNA'S hopes of adopting a second child from Malawi have been dealt a crushing blow after the girl's father said he didn't believe the star had 'good morals'.

James Kambewa, 24, said he wanted to spare his three-year-old daughter Mercy a life of "scandal" with a woman he claimed lacks "good morals".

He is enlisting the help of the Human Rights Consultative Committee, a group of organisations that have campaigned against Madonna's adoption bid.

Source, Herald Sun - 01.05.2009

McCann versus niet westerse kinderen

Madeleine zou volgens justitie bij roofouders moeten blijven

De naam Madeleine McCann zal bij velen geen toelichting behoeven. Wie herinnert zich niet de spoorloze verdwijning van dit Britse meisje tijdens de vakantie met haar ouders in Portugal in mei 2007?

Het onderzoek naar de toedracht is al geruime tijd op een dood spoor beland, maar wonderen gebeuren soms en niet uitgesloten kan worden dat dit meisje morgen of over een aantal jaren opeens levend wordt teruggevonden.

Zo kwam een Indiaas echtpaar er in 2007 achter dat hun zoon Rahul die jaren daarvoor was ontvoerd, bleek te zijn doorverkocht aan een kindertehuis en uiteindelijk via adoptie bij een Nederlands echtpaar terecht was gekomen.

Vergelijkbare verhalen van Chinese ouders van wie de kinderen waren afgenomen en voor adoptie waren aangeboden, doken dit jaar in de media op (Binnenland, 19 augustus).
Op een naar aanleiding van die misstanden gestelde vraag aan minister Ernst Hirsch Ballin van Justitie wat hij voornemens was te doen, indien blijkt dat in Nederland geadopteerde kinderen in China van de ouders zijn geroofd heeft de minister geantwoord dat hij het belang van het kind voorop stelt.

Hij wil bepalend laten zijn in hoeverre er reeds een hechtingsrelatie tussen het kind en de adoptiefouders tot stand is gekomen en of een verbreking van deze relatie met de adoptiefouders de verdere ontwikkeling van het kind zal schaden (Aanhangsel Handelingen II 2008/09, nr. 7163).

Een vergelijkbaar antwoord op de vraag of Madeleine, indien zij wordt teruggevonden, herenigd zou moeten worden met haar ouders, of dat het wellicht beter voor haar is bij de mensen te blijven bij wie zij sinds haar verdwijning heeft verbleven en met wie zij inmiddels een emotionele band heeft opgebouwd, zou hoogstwaarschijnlijk een grotere storm van publiciteit veroorzaken dan de verdwijning van het meisje zelf.

Dit roept de vraag op wat het verschil is tussen dit meisje en de Indiase en Chinese kinderen die ook op illegale wijze bij hun ouders zijn weggenomen. Waarom is de hereniging met hun kind voor de Indiase en Chinese ouders niet van dezelfde vanzelfsprekendheid als bij de ouders van Madeleine?

In het maatschappelijk debat over adoptie zouden de geadopteerden meer gehoord en gezien moeten worden. Dit lijkt echter des te meer te gelden voor de (biologische) ouders.
In India wachten de ouders van Rahul nog elke dag op de terugkomst van hun zoon, talloze ouders in China ook. Klaarblijkelijk heet niet elk kind Madeleine McCann.

Ime Vreken, Den Haag

Jurist en geadopteerd uit Zuid-Korea

Bron: Volkskrant 22 augustus 2009

· · · — — — · · · — — — · · · — — — · · · — — — · · ·

Minggu, 24 Januari 2010

Unicef Concerned about development Intercountry Adoption

The Inter-Parliamentary Union and UNICEF publication on Child Protection in 2004 also expresses concern over the lack of legislation governing intercountry adoption in some countries and identifies it as a problem in Chapter 9 on Trafficking and the Sale of Children (Inter Parliamentary Union and UNICEF, 2004). Page 81 states:

International Adoption

In the last two decades, intercountry adoption has progressively changed. From its initial purpose of providing a family environment for children, it has become more demand-driven. Increasingly in industrialised countries, intercountry adoption is viewed as an option for childless couples . . . To meet the demand for children, abuses and trafficking flourish: psychological pressure on vulnerable mothers to give up their children; negotiations with birth families; adoptions organised before birth; false maternity or paternity certificates; abduction of children; children conceived for adoption; political and economic pressure on governments . . . Indeed, a booming trade has grown in the purchase and sale of children in connection with intercountry adoptions.

CHINA - ADOPTION LUCRATIVE BUSINESS


A family in China made babies their business

The lucrative trade in newborns was fueled by an adoption frenzy that saw government-run orphanages paying for children who they then made available to Westerners.

By Barbara Demick - January 24, 2010

Reporting from Changning, China

The telephones kept ringing with more orders and although Duan Yuelin kept raising his prices, the demand was inexhaustible. Customers were so eager to buy more that they would ply him with expensive gifts and dinners in fancy restaurants.


His family-run business was racking up sales of as much as $3,000 a month, unimaginable riches for uneducated Chinese rice farmers from southern Hunan province.

What merchandise was he selling? Babies. And the customers were government-run orphanages that paid up to $600 each for newborn girls for adoption in the United States and other Western countries.

"They couldn't get enough babies. The demand kept going up and up, and so did the prices," recalled Duan, who was released from prison last month after serving about four years of a six-year sentence for child trafficking.

Huddled around a gas stove that barely took the chill out of their ground-floor apartment, Duan and his parents offered a rare look at the inner workings of a "mom and pop" baby-trafficking ring run by members of his family and an illiterate garbage collector with a habit of picking up abandoned babies.

From 2001 to '05, the ring sold 85 baby girls to six orphanages in Hunan.

His story, which is backed up by hundreds of pages of documents gathered in his 2006 court case, shed light on the secretive process that has seen tens of thousands of unwanted girls born to dirt-poor parents in the Chinese countryside growing up in the United States with names like Kelly and Emily.

"Definitely, all the orphanages gave money for babies," said the 38-year-old Duan, a loquacious man with a boxy haircut.

At first, Duan said, his family members assumed that they weren't breaking the law because the babies were going to government-run orphanages. It had been an accepted practice among peasant families to sell unwanted children to other families.

But the police didn't see it that way. Chinese law had been strengthened in 1991 to clearly prohibit commerce in children.

The concern is that not only is paying for babies unethical, it can encourage kidnapping, a rampant problem in China. And when babies are trafficked and their records falsified, they grow up with no sense of where they are from and their heritage.

Although Duan and his family trafficked babies only from the southern province of Guangdong, he says other families were doing the same -- bringing in babies from impoverished parts of Sichuan and Yunnan provinces to the west.

The merchandise may have been human, but it was a trading business like any other. Cash on delivery; prices set by laws of supply and demand. The Duans' supplier in Guangdong would charge extra if a baby was prettier or stronger than the average. The orphanages would often phone in their orders and haggle over the price.

"Sometimes they would give us money in advance to buy the babies. They'd say, 'We'll take this many babies at such-and-such a price,' " Duan recalled.

Duan and five members of his family -- two younger sisters, his wife, sister-in-law and brother-in-law -- were convicted in 2006 of child trafficking. The others remain in prison. Only Duan was released, on the grounds that he needed to support his parents.

Family members complain that they were made scapegoats in the widespread buying and selling of babies. Several orphanage directors involved were promoted afterward.

"The government was making the big money. . . . We only got a little bit, like the dregs of the tofu," said Duan Fagui, Yuelin's 59-year-old father. He said that many other families were selling babies to orphanages -- "the only difference is that we got caught."

It began in 1993 when Chen Zhijin, Yuelin Duan's mother, and the two sisters who remain in prison were hired for $1 a day to take care of babies for the orphanage in Changning, a town adjacent to the larger city of Hengyang.

At the time, the Communist Party's campaign to limit population size was running strong, and overly zealous cadres would sometimes demolish the houses of families that had more than one child (two for peasants if the first was a girl, because rural families wanted boys to carry on the family name).

It is illegal in China to abandon a baby, even at an orphanage, so people would discard their unwanted daughters in the dark of night in cardboard boxes or bamboo baskets. If they were leaving baby near an orphanage, they often would light a firecracker as a signal for the staff to find the child.

"We'd find the babies all over," recalled Chen, a tiny woman in tattered plaid trousers with short hair hugging her face. "They'd be wrapped in rags, filthy. . . . Sometimes they'd have ants all over their face because babies have a sweet smell and the ants like them."

Because Chen worked for the orphanage, rural people sometimes asked her to take their unwanted babies there. The orphanage would accept some, not all; it didn't have enough caretakers or formula for all the babies.

Then, in 1996 and '97, the orphanages around Hunan began to participate in a fast-growing program that was sending thousands of baby girls abroad for adoption. For each baby adopted, the supplying orphanage would receive a donation of $3,000 from the adoptive parents.

Instead of rejecting the babies, the local orphanage director began begging Chen to bring in as many as she could, even offering to pay her expenses and then some.

" 'Do us a favor, auntie,' " she said the director told her. " 'Bring us all the abandoned babies you can find.' "

Five other orphanages opened nearby and were making the same request. By 2000, however, the supply of babies was drying up.

Rising incomes, changing attitudes toward girls and weaker enforcement of the one-child policy had combined to stem the widespread dumping of baby girls. Besides, pregnant women who were insistent on a boy would determine the gender with ultrasound (illegal, but common just the same) and abort female fetuses.

But foreign adoptions were in full swing, with more than 5,000 babies heading to the United States in 2000 alone.

"It used to be that you'd get 50 or 100 yuan [$7.30 or $14.60] per baby, then 700 or 800, but there was more demand and fees kept rising and they'd bring in babies from other provinces," Duan said.

One such place was neighboring Guangdong, the manufacturing hub of China, with a large population of migrant workers who often couldn't keep their babies.

By chance, the husband of Duan's sister Meilin got a job in 2001 working on a chicken farm in the small Guangdong city of Wuchuan. Nearby lived an older woman by the name of Liang Guihong, a former garbage collector, who for years had been taking in babies. She sometimes had more than 20 newborns in her home, lined up on blankets on her beds.

The Duan family members saw opportunity. They started buying up the babies to sell to the orphanages in Hunan.

"Liang used to take care of the babies out of kindness, but she turned into a businesswoman," Duan recalled in the interview.

Instead of turning over extra babies to the orphanages in Guangdong, Liang preferred to sell them to traffickers who would pay more to take them to Hunan or adjacent Jianxi province, which also supplied many of the babies adopted in the United States. The Duans say that in addition to the 85 babies she provided them, Liang sold more than 1,000 to orphanages.

The orphanages disguised the origins of the babies, the Duans said.

"They would fabricate the information. They would say that the baby was found at the Sunday market, near the bridge, on the street. Very few of the stories they put in the babies' files were true. Only the director of the orphanage knew the babies were really from Guangdong," Duan's father said.

The orphanages had to comply with a law requiring that they look for the birth parents before putting a baby up for adoption. The Hunan civil affairs department put official notices seeking the birth parents of the babies in a local paper, but they were filled with deliberate misinformation about where the babies had been found.

The well-publicized court case involving the Duans prompted the China Center of Adoption Affairs to suspend adoptions from Hunan and warn orphanages against paying for babies. Insiders in the orphanage community here say the practice continues, but with more discretion.

Deng Yuping, director of an orphanage in Yichun in Jiangxi province, said he pays up to $75 to cover transportation costs for people who bring in babies, but that many walk away because they can get more from other orphanages.

"It's true, some orphanages are paying bigger 'finder's fees' than we are," Deng said.

Orphanage directors acknowledge that they don't have the resources to make sure that babies brought in had been abandoned.

"We can only take care of the child. It is up to the public security bureau [police] to investigate if that child was really abandoned," said Chen Ming, a former orphanage director who received a suspended sentence in the Duans' case.

The Chinese government acknowledges that each year 30,000 to 60,000 children go missing, most of them abducted.

The Los Angeles Times reported in September that local family planning officials in Guizhou and Hunan provinces sometimes confiscated babies from families that had violated the one-child policy and then collected money by selling the children for foreign adoption.

There is no evidence, in the Duans' case, that any of the babies had been kidnapped or forcibly taken from their parents. The Duans insist that even if they broke the law, the babies have had a better life as a result.

"Many of those babies would have died if nobody took them in. I took good care of the babies," said the mother, Chen. "You can be the judge -- am I a bad person for what I did?"

barbara.demick@latimes.com

Nicole Liu and Angelina Qu of The Times' Beijing Bureau contributed to this report.

Sabtu, 23 Januari 2010

Kinder als Exportschlager

Von Thomas Schuler

Auslandsadoptionen sind oft ein Deckmantel für Kinderhandel. Besonders schlimm war (und ist zum Teil noch) die Situation in Rumänien. Die ehemalige EU-Beamtin Roelie Post kämpft massiv dagegen an.

Als die Kinderrechtsaktivistin Roelie Post sich vor einigen Monaten mit einem Dolmetscher und einem Filmteam in den Nordosten Rumäniens aufmachte und Marineta Ciofu aufsuchte, hörte sie eine Geschichte, die sie so oder so ähnlich schon oft gehört hatte. Frau Ciofu hatte keine Ahnung, was mit ihrem Kind passiert war. Vor fast zehn Jahren musste sie ihre uneheliche Tochter aus Armutsgründen in einem Babyheim zurücklassen - mit der festen Absicht, sie zurückzuholen, sobald es ihr besser gehen würde.

Dann plötzlich war ihre Tochter verschwunden. Wohin, wollten die Behörden der Mutter nicht sagen. Erst zehn Jahre später erfuhr Marineta, dass das Mädchen von einer amerikanischen Familie adoptiert wurde. "Wie kann jemand ein Kind wegnehmen ohne meine Unterschrift?", fragte Frau Ciofu. Die Journalistin Golineh Atai hat das dokumentiert. Ihr Film "Suche Kind - zahle bar. Die Adoptionslobby" lief im September 2009 im Westdeutschen Fernsehen (WDR).

Adoption gegen Armut?

Roelie Post, 50, war zwanzig Jahre lang Beamtin in der Europäischen Union, von 1999 bis 2005 zuständig für die EU-Erweiterung und Auslandsadoptionen aus Rumänien. Den Job musste sie nicht ganz freiwillig aufgeben. Seitdem beschäftigt sich die Brüsseler Beamtin mit Kinderhandel in Auslandsadoptionen. Und hilft heute Rumänen, deren Kinder von Ausländern adoptiert wurden.

"Armut ist kein Grund, um Kinder wegzunehmen", sagt Roelie Post. "Armut ist keine Krankheit. Es wird immer gesagt: Die Kinder haben es besser. Aber internationale Adoptionen sind keine Lösung für diese Armut. Sie verschlimmern die Situation nur, weil die Leute auch noch ihr Kind verlieren."

Nach dem Ende des Kommunismus wurden innerhalb von zehn Jahren mehr als 30.000 rumänische Kinder ins Ausland vermittelt. Die meisten von ihnen waren keine Waisen. Mitunter wurden Kinder zur Adoption freigegeben, deren Eltern nie ihr Einverständnis dazu gegeben hatten. Etwa 30.000 Dollar zahlten Amerikaner für ein Kind.

Etwa die Hälfte dieser Kinder kamen in die USA, die andere Hälfte nach Europa. In Deutschland kommen auf ein zur Adoption freigegebenes Kind etwa zehn Paare, die eines suchen. Viele deutsche Paare entscheiden sich deshalb für eine Auslandsadoption; etwa 40 Prozent machen sich auf eigene Faust auf die Suche und zahlen Vermittlungsgebühren unter der Hand. Etwa ein Drittel der in Deutschland adoptierten Kinder (insgesamt 709) kam 2007 aus dem Ausland, die meisten aus Russland und der Ukraine.

Weltweit führend bei Auslandsadoptionen sind die USA. In Europa liegen Italien, Spanien und Frankreich an der Spitze. Gemessen an der Gesamtbevölkerung ist der Anteil fremdländischer Kinder in Schweden und Norwegen am größten.

In Rumänien leben heute 22.000 Kinder in stark verbesserten, staatlichen Heimen; weitere 21.000 sind bei Pflegeeltern untergebracht. Nur 700 bis 800 gelten als adoptionsfähig. Auf jedes dieser Kinder warten zwei bis drei rumänische Paare, wie der Vertreter von Unicef in Rumänien bestätigt. Ausländische Bewerber werden also nicht benötigt.

Kaum hatte Rumänien 2001 ein Moratorium für Auslandsadoptionen durchgesetzt, prozessierte eine amerikanische Vermittlungsagentur dagegen – ohne Erfolg. Die USA forderten zahlreiche Ausnahmen. Angeblich ging es dabei nur um Fälle, deren Verfahren vor dem Stopp begonnen wurde. Doch die meisten wurden erst danach in die Wege geleitet. Bis 2004 wurde fast täglich eine Ausnahme durchgesetzt – auf diese Weise kamen noch einmal rund tausend Kinder ins Ausland. Roelie Post, die nicht wegsehen wollte, störte da nur. Als ihr Chef Günther Verheugen sein Amt als EU-Kommissar für die Erweiterung abgab, wurde Roelie Post über Nacht versetzt.

Als Therapie schrieb die Niederländerin ihre Erlebnisse auf und verlegte das Buch 2007 im Selbstverlag: "Romania – For Export Only". Zahlreiche im Buch genannte Personen, deren problematische Rolle sie beschrieb, bestellten es bei ihr. Aber niemand wagte es, Klage einzureichen. Gegenüber dem WDR sagte Verheugen: "Es gibt eine sehr gut organisierte Lobby, die unter dem Deckmantel von Adoptionen in Wahrheit eine Art von Kinderhandel betreibt".

Als der rumänische Premierminister Adrian Nastase 2001 den US-Verteidigungsminister Colin Powell besuchte, forderte dieser, es müsse vom Adoptionsstopp Ausnahmen geben. Verheugen erklärte, dass die USA "eine politische Verbindung hergestellt haben zwischen der Freigabe von Kindern zur Adoption, und dem Beitritt Rumäniens zur Nato, das habe ich nicht für möglich gehalten". Der politische Druck sei "immer wieder aus denselben Ländern" gekommen, so Verheugen: aus Frankreich, aus Italien, Spanien, aus Israel und aus den USA.

Der Bürgermeister von Bukarest verkündete die Ausnahmen sogar auf einer "Lobbyliste". Für jedes adoptierte Kind stand ein Spitzenpolitiker Pate: US-Senatoren wie Edward Kennedy, John Kerry, sogar Romano Prodi, der EU-Kommissionspräsident. "Ich war entsetzt", sagte Verheugen. "Ich habe dann die Kollegen in Brüssel ins Bild gesetzt." Prodi zog sich zurück, aber der italienische Staatschef Silvio Berlusconi forderte und erhielt hundert Ausnahmekinder für Adoptiveltern.

Verheugen zog eine ernüchternde Bilanz: "Die Frage der rumänischen Kinder war für mich eine der bittersten und schmerzhaftesten Erfahrungen meines ganzen politischen Lebens."

War? Beginnt nun alles von vorne? Als die Europäische Kommission und der Europarat Anfang Dezember 2009 rund 150 Experten und Regierungsvertreter zu einer zweitägigen Konferenz nach Straßburg einluden, ging es offiziell um die Aktualisierung einer Konvention aus dem Jahr 1967. Roelie Post dagegen wusste es besser. In Wirklichkeit, sagt sie, sei es darum gegangen, den rumänischen Markt zu öffnen, und zwar unter dem Deckmantel der Einführung einer sogenannten Europäischen Adoption. Die Vorbereitungen für die Öffnung des Marktes in Rumänien laufen seit Jahren. Einer der Drahtzieher ist der Chef der französischen Adoptionsorganisation "Sers", François de Combret.

Jede Adoption innerhalb Europas soll künftig europäisch sein. Registriert und überwacht von einer europäischen Adoptionsbehörde. Das würde die Abschaffung der nationalen Adoption bedeuten. Nicht mehr Kommunen, sondern die EU wäre zuständig. Am Ende des zweiten Konferenztages präsentierte die Vertreterin der Kommission Studien, die angeblich belegen, dass sich die Bürger in Europa eine solche europäische Regelung wünschten. Alle im Saal, die davon hören, waren überrascht. Außer Roelie Post.

Sie bezieht übrigens ihr Gehalt weiter aus Brüssel und darf mit Erlaubnis der EU offiziell in ihrer Organisation gegen Kinderhandel ("Against Child Trafficking") arbeiten. Eine merkwürdige Situa- tion, denn immerhin bekämpft ihre Organisation die Politik der EU. Roelie Post bezahlt alle Ausgaben für ihr Engagement selbst. In ihrer Arbeit wird sie von Arun Dohle aus Aachen unterstützt.

Roelie und Arun verbindet ein gemeinsames Ziel: die Abschaffung der Auslandsadoption. An der Wand ihres Büros hängt eine Weltkarte mit grünen, roten und blauen Stecknadeln. Grün sind die "offenen" Adoptionsländer, rot jene Länder, welche ihre Türen geschlossen halten. Blau steht für die Regionen, in denen Roelie Post und Arun Dohle bisher recherchiert haben: Malawi, Äthiopien, China, Peru und Indien. Ihr Ziel ist eine rote Welt. In fünf Jahren sollen Auslandsadoptionen gestoppt sein.

Roelie Post und Arun Dohle stoßen immer wieder auf Fälle, bei denen Papiere manipuliert und Kinder fälschlicherweise als Waisen vermittelt wurden, weil jemand gut daran verdiente. Hundert solcher Fälle haben sie bisher gesammelt. Sie glauben, dass weit mehr Adoptionen fehlerhaft verlaufen.

Die Arbeit von Dohle und Post sei wichtig, sagt Wolfgang Weitzel, der Leiter der Bundeszentralstelle für Auslandsadoption in Bonn, denn es gebe zu viele Leute, die ihren Kinderwunsch rücksichtslos durchsetzten. Es sei notwendig, Missstände aufzuklären. Der Verlauf der Konferenz in Straßburg, sagt er, "hat mir Angst gemacht". Eine Anspielung auf den Druck der Adoptionslobby, vor allem aus Italien.

Adoptionslobby

Alles schien sehr gut inszeniert zu sein. Eine junge Teilnehmerin, die sich als Maria Mirabella vorstellte, erzählte, sie sei aus einem Heim in Rumänien nach Italien adoptiert worden und setze sich seit Jahren für ein Ende des Moratoriums ein. Als sie ihr Heim in Rumänien besucht habe, hätten die Kinder sie gebeten, dass sie für ihre Adoption kämpfe. "Mira, tu was, such uns eine Familie, haben sie gesagt. Ich bin gekommen, um diesen Wunsch mitzuteilen." Es war eine von mehreren ähnlichen Wortmeldungen.

Thomas Klippstein, der Chef der deutschen Delegation, die das Justizministerium nach Straßburg entsandt hatte, griff zum Mikrofon und sprach von "vielen Gemeinsamkeiten", aber auch von "erheblichen Unterschieden" unter den Teilnehmern. Die Haager Konvention sei verbesserungswürdig, aber er sei "nicht überzeugt, eine zusätzliche Rechtsebene einzuziehen". Sofern es bei diesem Nein bleibt, ist die Europäische Adoption erledigt.

Roelie Post hatte Klippstein bereits im Vorfeld mehrfach gesprochen und über die Hintergründe aufgeklärt. Er sei interessiert gewesen, sagt sie, habe aber bis zur Konferenz die Zusammenhänge nicht glauben wollen. Der Unmut über den Verlauf der Debatte war ihm anzusehen; Roelie Post und Arun Dohle dagegen wirkten zufrieden. "Wir sind nicht gegen Adoption, sondern gegen Kinderhandel", sagt Roelie Post. "Doch leider lässt sich dies bei Auslandsadoptionen nicht voneinander trennen."

Thomas Schuler, 1965 geboren, lebt als freier Journalist und Buchautor in München.

Printausgabe vom Samstag, 23. Jänner 2010
Online seit: Freitag, 22. Jänner 2010 14:40:04

additional article: Gluck auf bestellung, Berliner Zeitung