Kamis, 23 Desember 2010

Back to the hell of Haiti - adoptee fromHaiti tells his story

Ramp Lesly Fellinga steunt geboorteland

Vol afgrijzen terug naar de hel van Haïti

Door: Iwan Tol
Gepubliceerd: gisteren 23:12
Update: vandaag 01:07

Haïti werd dit jaar door een aardbeving getroffen. Lesly Fellinga, Haïtiaans international, keerde na de ramp terug. ‘Ik heb voorlopig genoeg ellende gezien.’

Adoptie (1)

‘Vanaf het begin van mijn middelbare schooltijd is de vraag gaan spelen wie mijn biologische ouders zijn en waarom ze me hebben afgestaan. Ik ben geboren in Port-au-Prince. Daar heeft mijn moeder mij direct na mijn geboorte achtergelaten in het ziekenhuis. Daarna ben ik overgebracht naar een kindertehuis. Daar heb ik vijf maanden gewoond, waarna ik naar Nederland ben verhuisd.’

‘Het viel in de klas natuurlijk op dat ik een ander kleurtje had. Mijn klasgenoten wilden weten waar ik vandaan kwam, of ik ook broers en zussen had in Haïti en waarom ik geadopteerd was. Die vraag heb ik toen aan mijn ouders gesteld. Ze hadden het uit liefde gedaan, zeiden ze. Sommige mensen kopen een boot of een tweede huis, zij wilden iemand een mooi leven schenken. En die iemand was ik. Een betere basis om je leven te beginnen is er niet, denk ik.’

Adoptie (2)

‘Het ziekenhuis waar mijn moeder mij heeft achtergelaten, beschikte over een groot archief. Maar toen ik daar wilde gaan kijken voor meer informatie, was dat archief gesloten. Daarna is het ingestort bij de aardbeving.’

‘Ik zal waarschijnlijk nooit meer te weten komen wie mijn biologische ouders zijn. Daar heb ik vrede mee. Mijn vader en moeder uit Zuidlaren die me hebben geadopteerd, zíjn ook echt mijn ouders. Zo voelt het ook.’

‘Ik denk dat mijn biologische moeder écht niet voor mij had kunnen zorgen. Dat weet ik dan wel, ze komt van Cite du Soleil, dat klinkt als een hele mooie wijk, maar in werkelijkheid is het een getto, een van de gevaarlijkste wijken van het westelijk halfrond. Ik ben eerder dankbaar dan boos op haar. Het is jammer. Een ander woord heb ik er niet voor: jammer.’

Haïti

‘In maart 2007 ben ik voor het eerst naar Haïti gegaan. Ik was geselecteerd voor het nationale elftal. In de jeugd van FC Groningen speelde ik vaak tegen FC Twente. Tim Velten stond dan rechtsbuiten, ik linksback. We bleken beiden uit Haïti te komen. Toen hij werd benaderd voor het nationale elftal, heeft hij gezegd dat er nog een andere speler met Haïtiaans bloed rondliep in Nederland. Zo is het balletje gaan rollen en werden we samen uitgenodigd.’

‘Het moment dat ik het vliegtuig uitkwam, zal ik niet snel vergeten. De hitte, de mensen, de muziek. Ik heb eens gelezen over een tweeling die uit elkaar werd gehaald en elkaar na jaren weer zag. Ze bleken precies hetzelfde te bewegen. Zo was het met Haïti ook; het zat altijd al in mijn genen. Al moet ik wel zeggen: het was geen liefde op het eerste gezicht met Haïti. Ik had een bepaalde voorstelling van het land: witte stranden en zo. Maar wat ik zag, was iets heel anders: pure armoede. Ik weet nog dat ik vanuit de bus naar het stadion een naakt meisje over een vuilnisbelt zag lopen. ’s Avonds in bed dacht ik alleen maar: hoe kan dit nou, zoveel armoede? Ik voelde me machteloos.’

Aardbeving

‘Ik heb gevoetbald voor FC Groningen, Heerenveen, Veendam en Toronto FC. Bij die laatste club werd mijn contract niet verlengd. Ik had tweeënhalf jaar zonder vakantie achter elkaar gespeeld, daarom besloot ik eind 2009 een paar weken bij een vriend en zijn gezin op bezoek te gaan op Curaçao. Op 12 januari, om half acht ’s avonds, kreeg ik een sms van de vriendin van die vriend. AARDBEVING OP HAITI stond er in dat bericht.’

‘Bij de eerste beelden schrok ik me rot. Van een van de eerste keren dat ik in Haïti was, kende ik het paleis, het regeringsgebouw. Een mooi, stevig wit gebouw. He-le-maal in elkaar gezakt. Ik wist meteen: als dit al is ingestort, dan staat de rest van de stad er zéker niet meer. Het enige wat ik kon denken was: ik moet daar naar toe. Ik ben meteen gaan bellen, maar alles lag plat. Geen telefoon, geen internet, niks. Pas later bleek dat iedereen die ik kende ongedeerd was gebleven. Een wonder. Het gebouw van de voetbalfederatie bijvoorbeeld was volledig ingestort, maar net op dat moment waren de meeste mensen – van de president tot de bondscoach – een frisse neus aan het halen. Toch zijn er nog drie medewerkers omgekomen. Van ploeggenoten heb ik gruwelijke verhalen gehoord. Eentje had een lichaam zien lopen waar het hoofd al vanaf was. Vreselijke toestanden moeten dat zijn geweest.’

‘Op Curaçao had ik de wildste plannen om Haïti te helpen. Maar mijn moeder zei: je kunt daar niks doen, Lesly. In het vliegtuig terug naar huis heb ik toen bedacht: ik ken veel mensen in het voetbal. Ik ga hen mobiliseren.’

‘Bij FC Groningen zijn er toen collectebussen neergezet bij een wedstrijd en de spelers van Heerenveen zouden hun winstpremie van hun wedstrijd tegen Willem II overmaken naar Haïti. Stonden ze eerst nog met 2-1 achter zeg. Gelukkig werd het 4-2 voor Heerenveen. In totaal hebben die acties 15.000 euro opgeleverd. Het gaat naar kleine projecten die ik steun, onder meer een kindertehuis. Bij grote projecten is het altijd de vraag: komt het wel aan? Kleinere projecten zijn wat dat betreft betrouwbaarder. Ik ken het land, ik ken de cultuur, ik ken de mensen. Het geld komt zeker weten goed terecht.’

‘In maart 2010 ben ik met Patrick Lodiers van BNN teruggeweest op Haïti. Ik had de beelden al op tv gezien, maar nu was het écht. Toen besefte ik pas de omvang, het leed. Een vrouw kwam naar me toe en wees op een kale vlakte vol steen. Ze zei: ‘Hier stond mijn huis. En onder het puin ligt mijn familie.’ Dat lijk was nog gewoon te zien. Pff, ongelofelijk. Ik vroeg haar: ‘Waarom wordt dat niet weggehaald?’ Maar niemand weet waar te beginnen. De mensen daar hebben alleen hun handen, geen bulldozer. Daardoor was het een complete chaos.’

Wederopbouw

‘Nadien ben ik niet meer naar Haïti geweest. Het heeft me zo geraakt, ik heb genoeg ellende gezien voor de komende tijd. De wederopbouw van het land gaat moeizaam. Mijn teamgenoten op Haïti hebben al gezegd: ‘Het is een zinloze missie’. Ook door de corruptie. Je hebt een paar rijke families die bijvoorbeeld de havens beheren. Wat doen die nou? Ze vragen belasting over de hulpgoederen. Geld ten koste van anderen verdienen, ik vind het ongelofelijk. Nu is er weer een cholera-epidemie uitgebroken.’

‘Ik heb er ook geen oplossing voor. Ja, de hele hoofdstad verplaatsen en opnieuw opbouwen. Ik word er soms moedeloos van als ik erover nadenk. Het land had het al moeilijk. Nu is het nóg moeilijker geworden. Maar we moeten de mensen op Haïti blijven steunen. Dit moedige volk moet al zoveel lijden. Ze verdienen een beter lot en we mogen ze niet in de steek laten.’

Lesly Fellinga, adopted from Haiti became a well known soccerplayer and played for known national FC like Groningen and Heerenveen. But also for FC Toronto in Canada. He also is part of the Haitian National team amd tells how he got into the Netherlands and how he looks back to his encounter with Haiti after the earthquake. He was shocked and looks back - with the pictures of the recent Haiti in his mind - that his adoption was a lucky one for him.

Tidak ada komentar:

Posting Komentar